De CAO-onderhandelingen worden van oudsher met de vakbonden gevoerd, de Unie, FNV en CNV en niet met de (Centrale) Ondernemingsraad. De vakbondsleden binnen het bedrijf weten hun bestuurders gelukkig nog steeds te vinden en brengen naast CAO-wensen ook individuele geschillen in de arbeidssfeer onder de aandacht. De vakbonden op hun beurt trekken in de voorbereiding van de onderhandelingen steeds meer met de Centrale Ondernemingsraad op. De eerste Ondernemingsraad binnen Arcadis werd op 26 september 1957 geïnstalleerd. De Centrale Ondernemingsraad weet uit enquêtes onder de medewerkers steeds duidelijker waarop bij de onderhandelingen de nadruk moet liggen.
Opvallende secundaire arbeidsvoorwaarden waren de altijd hoge aantallen vakantiedagen, die in 2000 tot de hoogste van de branche behoorde. Een pareltje van het sociaal beleid uit het verleden waren ook de uit de VUT-tijd stammende aantallen ‘oude-lullen dagen’, extra vakantiedagen voor medewerkers boven een bepaalde leeftijd. De medewerkers richtten in het verleden zelf het Sociale Fonds op, als gezamenlijke verzekering voor collega’s met bijzondere ziektekosten die niet door de reguliere verzekeraars vergoed werden. Ook kon uit dit fonds gezinshulp betaald worden. De medewerkers droegen via de salarisbetaling maandelijk bij. Het totaal werd aangevuld door een jaarlijkse bijdrage van het bedrijf. Dat fonds kent nu een ‘slapend’ bestaan en ondersteunt -op verzoek- nog degenen die indertijd bijdroegen.