Vanaf eind 19e eeuw werden door heel Europa grote stadsparken aangelegd. Bij de aanleg van het Goffertpark in Nijmegen in de jaren ’30 van de vorige eeuw werd niet verwacht dat het park zou uitgroeien tot een concertlocatie waar artiesten van wereldformaat zouden optreden. De wijze waarop dit park tot stand is gekomen blijft echter discutabel.
Een diepe economische crisis domineerde de jaren ’30. Geldontwaarding en een torenhoge werkloosheid waren het gevolg. Nijmegen bleef niet gespaard. Financieel kon het zich weinig permitteren en zeker niet de aanleg van een kostbaar stadspark. De Rijksoverheid besefte echter dat zij – door te investeren in infrastructurele werken – bij uitstek kon fungeren als motor om de economie weer wat op gang te brengen. Zo kocht het Rijk alle onverkoopbaar gebleken voorraden van boomkwekers op en stelde vervolgens gratis bomen en heesters ter beschikking aan gemeenten die parken wensten aan te leggen. Loonsubsidieregelingen in het kader van de ‘werkverschaffing’ maakten het mogelijk dat de aanleg van het Goffertpark in de loop van 1935 kon beginnen. De Nederlandsche Heidemaatschappij had de technische leiding over dit project. Omdat het een werkverschaffingsproject betrof, mochten er geen machines gebruikt worden; bijna al het werk moest met de hand worden gedaan, met schop en bats. Alleen handkracht werd gesubsidieerd.
Als onderdeel van het Algemeen Uitbreidingsplan voor Nijmegen (AUN) stelde stedenbouwkundige A. Siebers begin jaren ’30 de ontwerpen voor het aan te leggen Goffertpark op. Er was destijds behoefte aan meer ruimte in Nijmegen, waarbij wijken werden voorzien van groenstroken en locaties waar men kon recreëren. Rondom de vroegere boerderij De Goffert zou een groot volkspark worden aangelegd met onder meer sportvelden, een stadion, een theehuis, een openluchttheater en een dierenpark. Het meest spectaculair was het uitgraven van het grote voetbalstadion. Met handkracht werd meer dan een miljoen kubieke meter grond weg gegraven en naar elders in het park afgevoerd. Immers alleen handkracht werd gesubsidieerd. Vier jaar lang waren hier gemiddeld 250 mensen aan het werk. Het nieuwe Goffertpark ging op zaterdag 8 juli 1939 open voor publiek.
Tot op de dag van vandaag heeft ‘werkverschaffing’ bij velen een nare bijsmaak. Oudere Nijmegenaren spreken nog steeds over de ‘de bloedkuul’ wanneer ze het hebben over het Goffertproject, daarbij wijzend op de situatie in het park gedurende de aanlegperiode. Het Goffertpark, maar vooral de wijze waarop dit park tot stand is gekomen, moeten we zien als een product van díe tijd, met de Nederlandsche Heidemaatschappij als betrouwbare uitvoerder en opzichter.
Voor meer informatie: zie het Icoonproject Stadspark De Goffert.